PPS Weerbare ruwvoerteelt op een vitale bodem

De PPS 'Ruwvoer, Bodem & Kringlooplandbouw' (LWV190195) is in 2023 afgelopen. Toch resteren nog belangrijke doelen en is het beleid veranderd, waaronder de afbouw van derogatie. Daarnaast zijn er nieuwe doelen bijgekomen om ruwvoerproductie en bodemmanagement structureel te verbeteren in de context van kringlooplandbouw.

Doel van het project

Het project richt zich op verschillende doelen om ruwvoerproductie en bodemmanagement structureel te verbeteren:

• Verlaging van de emissies/verliezen van koolstof, nutriënten en pesticiden naar lucht en water.
• Verhoging van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie (waterregulatie), bijvoorbeeld door nieuwe rassen en variëteiten.
• Duurzaam bodembeheer voor productievermogen en maatschappelijke diensten (biodiversiteit, waterhoudend vermogen) op de korte en lange termijn.
• Verhoging van de biodiversiteit in grasland en bij de teelt van voedergewassen.
• Optimalisatie van ruwvoederproductie per oppervlakte-eenheid met gereduceerde mestgiften en gewasbeschermingsmiddelen.
• Behoud van blijvend grasland.
• Verhoging van de ruwvoerkwaliteit en -benutting.
• Verhoging van nutriëntenefficiëntie in de teelt.

Wat levert het op?

Een gezonde bodem is essentieel voor duurzame landbouw, met een goede chemische, fysische en biologische kwaliteit die gewasopbrengst en -kwaliteit ondersteunt en weerbaarheid biedt tegen klimaatuitdagingen zoals droogte en extreme neerslag. De juiste combinatie van bodembeheer, gewasmanagement en rassenkeuze beïnvloedt productie, emissies, koolstofopslag en water- en biodiversiteitsbeheer.

Aangezien ruwvoerproductie (gras, maïs en andere voedergewassen) het grootste deel van het Nederlandse landbouwgebied beslaat, is goed bodembeheer hier cruciaal. Diverse ontwikkelingen zoals afbouw van dierlijke mest, klimaatdoelstellingen, en biodiversiteitseisen beïnvloeden de perceelkeuzes in de melkveehouderij.

Dit werkpakket optimaliseert ruwvoerteelt door veldproeven en scenariostudies uit te voeren gericht op betere stikstofbenutting bij maïsrassen, minder nitraatuitspoeling en gewasbeschermingsmiddelen, optimale bouwplannen voor leguminosen, en hogere biodiversiteit in verschillende teelten - zonder productieverlies en met behoud van ruwvoerkwaliteit.